De Bouvier des Ardennes behoort tot de eerste groep van dit klassement: groep 1 is onderverdeeld in 2 secties: de herdershonden en de veedrijvers (uitgezonderd Zwitserse Bouvier die tot groep 2 behoort). Groep 1 omvat de rassen waarvan de voornaamste functie was om de herders te helpen en om het vee te drijven. Het zijn gehoorzame en onafhankelijke honden. Hun territorium- en verdedigingsinstinct is zeer goed ontwikkeld en het zijn perfecte waak- en verdedigingshonden. Ze hebben een goede uithouding en sterke fysieke eigenschappen.

De Bouvier des Ardennes is afkomstig uit België en werd vroeger “Koehond” genoemd. In het verleden werd hij gebruikt om het rundvee te drijven en te beschermen maar hij werd ook ingezet door schapen-, varkens- en paardenfokkers. Vanaf de 19e eeuw werd hij eveneens gebruikt door jagers om te jagen op herten en everzwijnen. Er werd pas een standaard voor het ras opgesteld in 1913 en deze werd 10 jaar later goedgekeurd en vervolgens gepubliceerd door de Fédération Cynologique Internationale (FCI) op 16 juni 1963. Door de progressieve verdwijning van boerderijen en kuddes in de Ardennen omwille van de industrialisering, was het ras bijna uitgestorven. Maar enkele hondenliefhebbers vonden stalen terug bij een melkinzameling in 1985. De selectie kreeg dus nieuw leven in de jaren 1990.

De Bouvier des Ardennes is een rustieke, gedrongen hond. De teefjes meten tussen 52 en 56 cm en de reutjes tussen 56 en 62 cm. Zijn gewicht varieert van 22 tot 28 kg voor de teefjes en van 28 tot 35 kg voor de reutjes. Zijn lichaam is erg stevig en compact met goed gewelfde ribben en een korte flank. Hij heeft een brede en krachtige ruglijn, de schoft is lichtjes geaccentueerd, de rug is gespierd en soepel, de croupe is breed en weinig uitgesproken, de borstkast is diep en zijn buik komt lichtjes naar buiten. Zowel de voorste als achterste ledematen zijn goed gespierd. De Bouvier des Ardennes is geen echte galoppeerder maar zijn pas is mooi gestrekt. Zijn hoofd is eerder massief met een brede en vlakke schedel. Zijn neus is groot en zwart, de snuit is dik met stevige kaken. Zijn ogen zijn lichtjes ovaal en zijn zo donker mogelijk. De oren, niet geknipt, zijn driehoekig en eerder klein. Idealiter rechte oren met naar voren geklapte punten. Het merendeel van de Bouviers des Ardennes heeft geen staart. De staart is relatief kort en dik en hoog aangezet. Alle vachtkleuren zijn toegestaan, behalve wit. De vacht bestaat meestal uit een mengeling van grijs, zwart en rood. De vacht is warrig, halflang (ongeveer 6 cm) over het hele lichaam maar wat korter op de schedel met borstelige wenkbrauwen. Hij heeft gedurende alle seizoenen een dichte ondervacht die de hond goed beschermt tijdens de winter.

De Bouvier des Ardennes getuigt van een goed uithoudingsvermogen en veel energie. Zijn ongetemde vacht is dicht en biedt hem een goede bescherming tegen de koude en alle weersomstandigheden. Het is een resistente hond met een goede gezondheid. Zijn levensverwachting ligt gemiddeld tussen 10 en 12 jaar. Hij heeft van nature een rustieke uitstraling en hij vraagt niet veel onderhoud. Een wekelijkse kambeurt is voldoende.

De Bouvier des Ardennes is een aandachtige en gehoorzame hond die zeer aanhankelijk is aan zijn baasje. Hij is extreem dapper en gaat ver om zijn territorium te beschermen. Het is een energieke hond die niet gemaakt is om op een appartement te leven. Het liefst van al is hij buiten. Het is een ideale kompaan voor mensen die op het platteland wonen en hij zal erg gelukkig zijn met sportieve baasjes. Met zijn opvoeding moet vroegtijdig begonnen worden en deze moet streng zijn. Omdat hij koppig kan zijn, heeft hij een baasje nodig dat correct is maar strikt en streng.