Wanneer je hond plots voor de eerste keer een epilepsieaanval krijgt, is dat heel eng voor jou en vermoeiend voor je hond. Het goede nieuws is dat epilepsie bij honden in de meeste gevallen hun levenskwaliteit niet in gevaar brengt, maar dat het iets is waar het baasje zich aan moet aanpassen. Om goed om te kunnen gaan met een hond met epilepsie, is het belangrijk om te weten wat de verschillende oorzaken van epilepsie zijn, uit welke fases epilepsie bestaat en welke behandeling ervoor mogelijk is.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire epilepsie.
Zoals de naam al aangeeft, is secundaire epilepsie het gevolg van een ander probleem. De oorzaak kan worden achterhaald en in de meeste gevallen worden behandeld, waardoor de epileptische aanvallen verdwijnen. Mogelijke oorzaken zijn: lage bloedsuikerspiegel (primair of secundair), gebrek aan calcium (bij zogende honden bijvoorbeeld), of nier- of leverinsufficiëntie. Secundaire epilepsie kan ook veroorzaakt worden door giftige stoffen zoals giftige planten of bepaalde chemicaliën. In sommige gevallen kan de oorzaak zich in de hersenen bevinden, zoals bij trauma's of tumoren.
Primaire epilepsie wordt veroorzaakt door een verlaagde neurale prikkelingsdrempel waardoor een plotselinge overprikkeling van het centrale zenuwstelsel ontstaat. De hond is voor de rest kerngezond en vertoont geen andere symptomen. Het komt meestal voor het eerst voor tussen 6 maanden en 5 jaar en treft sommige rassen meer dan andere. Dat is het geval voor onder andere golden retrievers, labradors, Franse bulldogs en border collies. Omdat ze bekend staan om hun gevoeligheid voor primaire epilepsie, wordt bij deze rassen aanbevolen om fokdieren die al aanvallen hebben gehad, te vermijden.
De eerste fase van epilepsie bij honden is die voor de aanval, ook wel prodromi of pre-ictale fase genoemd. De duur van deze fase varieert van enkele seconden tot enkele dagen. De hond gedraagt zich anders, lijkt onrustig en verward. Andere honden gedragen zich dan weer opvallend rustig. Het is moeilijk deze fase te herkennen als een hond niet al eerder last had van epilepsie. Als de fase wel herkend wordt, dan kan er medicatie toegediend worden om de aanval te voorkomen.
De tweede fase is de epileptische aanval zelf, ook wel ictus of toeval genoemd. Deze fase is vrij kort, en wanneer hij langer dan 10 minuten duurt, hoort er altijd een dierenarts verwittigd te worden. Enkele tekenen van een epileptische aanval bij de hond zijn: schokken, samentrekken van de spieren, omvallen, verlies van bewustzijn, schuimbekken, grommen of piepen en verlies van urine of ontlasting.
De derde fase van epilepsie bij honden is na de aanval, ook wel de post-ictale fase genoemd. Ook van deze fase varieert de duur van enkele seconden tot enkele dagen. De hond gedraagt zich in deze fase anders dan normaal, wat kan variëren van piepen tot je niet herkennen. Dat is vervelend voor de eigenaar, maar gelukkig herinnert de hond zich ook deze fase niet wanneer de aanval volledig voorbij is.
Tijdens een epilepsie aanval bij honden is het belangrijk dat je beseft dat ze zich van niets bewust zijn. Raak je hond daarom niet aan, ook niet om hem te troosten. Zorg ervoor dat ook omstaanders uit de buurt blijven en verwijder objecten in de omgeving waaraan de hond zich pijn kan doen. Blijf vooral rustig en noteer de duur en details van de aanval. In tegenstelling tot epileptische aanvallen bij de mens bestaat er bij de hond geen risico op verstikking door de tong. Probeer de tong dus niet uit de mond van de hond te trekken tijdens de aanval. Als de aanval niet stopt of je hond meerdere aanvallen achter elkaar heeft, neem dan contact op met je dierenarts om er meteen naartoe te gaan met je hond.
Bezoek na een eerste epileptische aanval altijd de dierenarts zodat die je raad kan geven. De kans is klein dat er meteen medicatie wordt voorgeschreven, aangezien het belangrijk is te weten of er nog een aanval zal plaatsvinden en wanneer. Het kan zijn dat je hond een keer een aanval krijgt en nooit nog een andere. Daarom zal je dierenarts wachten op een tweede aanval voordat hij voorstelt om een diagnostisch onderzoek uit te voeren en over te gaan tot behandeling. Als je hond al meerdere epilepsie aanvallen heeft gehad, zal je dierenarts je eerst voorstellen om de oorzaak van de epilepsie te onderzoeken met een bloedtest en in sommige gevallen een hoofdscan. Als er een oorzaak wordt gevonden, zal die worden behandeld. Als de verschillende testen daarentegen negatief blijken te zijn, heeft je hond primaire epilepsie en moet hij voor de rest van zijn leven met medicijnen worden behandeld. In de meeste gevallen kan een hond een perfect gelukkig leven leiden met epilepsie, maar als de hond echt te zwaar afziet van de frequentie of intensiteit van de aanvallen, kan euthanasie overwogen worden.
Op Tipaw kan je gemakkelijk een dierenarts bij jou in de buurt vinden: https://tipaw.com/nl/nl/lijst-professionals/dierenarts