De Anatolische herder is een hondenras uit Turkije. Daar werden ze ingezet als beschermer van kuddes vee. Tegenwoordig worden ze eerder als waakhond, maar ook als gezinshond gehouden.
Classificatie volgens de Fédération Cynologique Internationale (FCI)
De Anatolische herder behoort tot groep 2 in het FCI-klassement: rassen van het Pinscher-, Schnauzer-, Mollosser Dogtype en Zwitserse Sennenhonden. De honden in deze groep zijn erg defensief en behoren tot de groep van waakhonden. Ze zijn gespierd, fysiek erg sterk en wekken doorgaans schrik op. Hondenrassen die tot deze categorie behoren hebben een sterk karakter en pittige persoonlijkheid.
Historiek
'Çoban köpeği' is Turks voor het Nederlandse woord 'herdershond'. 'Kangal' is een district in regio Anatolië.
Fysieke kenmerken
De Anatolische Herder behoort tot de grote rassen en is één van de reuzen onder de honden met een schouderhoogte van 71 cm tot 81 cm. Hun gewicht reikt tot 64 kg.
Dit ras heeft een kortharige, glanzende vacht die bestaat uit aanliggende dekharen, dat rond de kraag en op de staart wat langer is. Alle kleuren zijn toegestaan, maar het meest gewenst is effen roomkleurig tot fawn, met een zwart masker en zwarte oren.
Gevoeligheden welzijn
Typisch voor dit soort grote rassen is de fragiliteit van het gehele lichaam tijdens de eerste drie levensjaren en belangrijke groeifasen. Leg dus geen druk op de hond, forceer niets en vermijd vermoeidheid. Dat kan zich immers wreken op de ontwikkeling van hun botten, groeischijven, pezen en spieren, en geeft dan permanente schade en problemen voor de rest van zijn leven. Wegens hun gestalte en snelle groei hebben Anatolische herders ook voldoende ruimte nodig om te liggen, zitten en staan. Ze horen niet thuis in een kennel, kleine hondenhokken, rennen of onaangepaste bench. Verder is ook een gebalanceerde en aangepaste voeding noodzakelijk die alle extra nutriënten bevat voor grote, robuuste rassen.
Wanneer erfelijke aandoeningen genetisch kunnen worden doorgegeven van de ouders op hun kinderen, is het aangeraden dat de fokker eerst het DNA van de ouderdieren laat testen.
Ook als de hond geen gezondheidsproblemen vertoont, blijft het uiteraard belangrijk om minstens jaarlijks met uw dier op controle te gaan bij een dierenarts.
Advies over de opvoeding
Anatolische Herders zijn in principe rustige en gemoedelijke honden, maar ze hebben wel voldoende beweging nodig. Het zijn intelligente en evenwichtige dieren, onafhankelijk en zelfstandig, en enorm waaks. Met soortgenoten, andere huisdieren en kinderen schieten ze goed op, als ze op jonge leeftijd op een goede wijze werden geïntroduceerd.
Als pup zijn ze energiek en nogal onstuimig, zoals de meeste grote rassen en categoriegenoten. Belangrijk is om al van jongs af gedisciplineerd met hen aan de slag te gaan, omdat ze al snel te groot en sterk worden en bijvoorbeeld zullen trekken aan de lijn. Zoals bij andere rassen zijn een consequente en duidelijke aanpak bij opvoeding en gehoorzaamheid noodzakelijk. Dat gebeurt bij deze honden ook best via een zachte en positieve aanpak.
Deze honden zijn wegens hun afkomst vrij waaks, en toetsen af bij hun eigenaar(s) of onbekenden en bezoek gewenst zijn of niet.
Dit ras stamt af van oeroude jachthonden, de typische instincten blijven dus aanwezig waardoor ook deze honden graag gaan speuren en wandelen.
Deze dieren aarden niet als ze in een kennel, hok of buitenren langtijdig worden opgesloten. Op een groot domein of in een omheinde, grote tuin kunnen ze hun eigen lichaamsbeweging bepalen en voorzien.
Deze honden zijn minder aanhankelijk en gehecht aan mensen in vergelijking met andere rassen.
Voor beginners of onervaren hondeneigenaars is dit ras niet aan te raden.
Bij afwijkend gedrag of problemen is het uiteraard raadzaam om advies in te winnen van een ervaren en gediplomeerde deskundige in hondengedrag.