Veel hondeneigenaars herkennen het probleem: vanaf het moment dat je hond doorheeft dat jullie op weg zijn naar de dierenarts, begint hij te panikeren. Vaak is het dan ontzettend moeilijk of zelfs onmogelijk om het dier weer te kalmeren. Op zich is het natuurlijk helemaal niet vreemd dat de hond angstig wordt. Er zijn veel geuren en de dierenarts moet verschillende handelingen uitvoeren. Daarnaast voelen de meeste honden zich al niet goed omdat ze ziek zijn en dat voegt een negatieve ervaring toe aan het bezoek. De behandeling kan ook voor schrikmomenten zorgen, zoals wanneer de hond een injectie krijgt. Aangezien het gedrag en de emotionele staat van honden makkelijk aan te passen is door te werken aan associaties, is het mogelijk om hier zelf mee aan de slag te gaan. Zo kan het gevreesde bezoek aan de dierenarts voortaan een stuk rustiger verlopen.
Allereerst is het belangrijk om eens kritisch naar jezelf en naar je nervositeit voor en tijdens het dierenartsbezoek te kijken. Als je zelf al nerveus bent wanneer je weet dat je met jouw hond naar de dierenarts moet, dan is de kans groot dat jouw hond dit aan zal voelen. Indien het mogelijk is om een ander gezinslid of vertrouwd persoon die kalmer is de hond te laten vergezellen tijdens een bezoekje aan de dierenarts, dan is dat zeker het overwegen waard. Soms is dat echter geen mogelijkheid en dan is het belangrijk om aan jouw eigen gedrag te werken. Zo kun je jezelf en jouw hond bijvoorbeeld afleiden door met de hond te gaan wandelen indien de gezondheid van de hond het toelaat, natuurlijk. Het is namelijk belangrijk om je niet al uren op voorhand druk te maken om het geplande bezoek aan de dierenarts, want de kans is groot dat jouw hond die onrustigheid aanvoelt en overneemt.
Verder kun je bepaalde handelingen die de hond koppelt aan een bezoekje aan de dierenarts thuis al oefenen. Indien je de hond in een bench vervoert, kun je daarop oefenen. Lok de hond naar de bench en beloon hem als hij er vrijwillig ingaat. Dat kan met snoepjes, maar ook door het gebruik van je stem. Als de hond echt bang is voor de bench, kun dat rustig in stapjes opbouwen. Beloon de hond naarmate hij langer in de bench blijft zitten en als je het gevoel hebt dat de hond er klaar voor is, kun je voorzichtig proberen om de bench te sluiten. Als de hond normaal gezien echt angstig is wanneer hij in de bench moet, dan is het uitermate belangrijk om dit proces niet te overhaasten. Wanneer je goed op tijd begint te oefenen, kun je er een gewoonte van maken om de hond meerdere keren per week in de bench te laten zitten. De volgende stap is om daadwerkelijk een ritje met de auto te maken. Begin uiteraard met een korte rit en bouw dat steeds op. Na een tijdje is het slim om de route naar de dierenarts te volgen. Honden zijn namelijk goed in het onthouden van routes, dus door de route te volgen zonder daadwerkelijk bij de dierenarts te stoppen. Deze stap kun je ook toepassen als je te voet naar de dierenarts gaat. Vergeet vooral niet om jouw viervoeter bij elke stap te belonen.
Andere zaken waarop je zelf thuis al kunt oefenen zijn de handelingen die de dierenarts onderneemt. Zo kan je er bijvoorbeeld voor zorgen dat jouw hond gewend raakt aan oordruppels. Opnieuw is het belangrijk om bij angstige honden in kleine stapjes te werken. Bouw de handeling op van het oor inspecteren naar daadwerkelijk druppeltjes inbrengen. Ook hier is het weer belangrijk om de hond op tijd en stond te belonen en om niets te overhaasten. Je kan ook zijn tanden inspecteren, zijn hond openen, zijn poten aanraken, zijn ogen bekijken. Je kan deze handelingen ook op een jonge puppy uitvoeren. Zo leert hij dat deze handelingen niet pijnlijk of bedreigend zijn en zal hij zich makkelijker laten doen bij de dierenarts. Een andere handeling waaraan je jouw hond al kunt laten wennen is het krijgen van een spuitje. Tot slot kun je jouw hond - indien nodig - laten wennen aan het omdoen van een muilkorf. Sommige honden krijgen namelijk een muilkorf om wanneer ze angstig of opgefokt gedrag vertonen bij de dierenarts. Dat lijkt misschien eng, maar het beschermt zowel de dierenarts als de hond zelf. Dat neemt niet weg dat het voor sommige honden een erg onprettige ervaring kan zijn en daarom is het handig om de hond in zijn vertrouwde omgeving bloot te stellen aan de muilkorf. Ook hier werk je best in kleine stapjes: begin met het tonen van de muilkorf, laat de hond er daarna aan ruiken en houd hem daarna dicht bij de kop van de hond voordat je de muilkorf om probeert te doen.
Ook bij de dierenarts zelf is het belangrijk om met associaties te werken. Geef je hond bijvoorbeeld een snoepje voor- en nadat je de praktijk binnenkomt of verlaat. Blijf zelf rustig en maak geen bruuske of schokkerige bewegingen. Probeer ook kalm en stil te blijven wanneer je merkt dat de hond angstig wordt, zoals wanneer er een injectie toegediend moet worden.
Aarzel niet om je hond mee te nemen wanneer je naar de dierenarts gaat om bijvoorbeeld voeding of medicatie te kopen. Zo zal hij een minder negatief, of zelfs een positief gevoel associëren aan het dierenartsbezoek omdat hij niet behandeld wordt. Zo leert jouw hond de dierenarts en de praktijk kennen zonder dat er meteen een onaangename ervaring aan gekoppeld wordt.
De dierenartstraining zal anders verlopen voor iedere hond, want het is belangrijk om in te spelen op het gedrag en de ervaringen van jouw hond. Toch kan het voor iedereen handig zijn om te oefenen op bepaalde handelingen die de hond associeert met de dierenarts. De verschillende oefeningen moeten steeds rustig opgebouwd worden en de hond hoort bij elke stap beloond te worden. Vergeet tot slot ook niet dat jouw eigen gedrag jouw hond kan beïnvloeden. Als het baasje steeds onrustig is bij de dierenarts, dan is de kans groot dat de hond dat ook zal zijn.