Uit onderzoek blijkt dat minstens een derde van alle honden in België te dik is, onderzoekers uit de Verenigde Staten en Nederland beweren zelfs dat de helft van alle honden en katten kampen met overgewicht. Obesitas bij dieren is dus een veelvoorkomend probleem dat bovendien verschillende risico’s met zich meebrengt. Wij geven enkele tips om te vermijden dat je hond te dik wordt.
Is mijn hond te dik?
Het is niet altijd gemakkelijk om te zien of je hond te dik is. In het algemeen geldt dat je bij honden met een goed gewicht de ribben goed kan voelen, maar niet mag zien. Ook als je je hond van bovenaf bekijkt, moet je een duidelijke taille zien. De lichaamsbouw verschilt echter enorm tussen de verschillende hondenrassen. Daarom kan vaak enkel een expert zien of je hond al dan niet lijdt aan overgewicht. Jouw dierenarts is hierbij de beste raadgever, ga daarom regelmatig met jouw hond op controle.
Je wilt het misschien niet horen, maar het baasje is vrijwel altijd verantwoordelijk voor het overgewicht van zijn hond. Veel baasjes geven hun honden te veel snoepjes of tafelrestjes. Hou daarom goed in het oog hoeveel extra’s je je hond geeft, en pas zijn maaltijden daarop aan. Gecastreerde en gesteriliseerde honden hebben meer risico op overgewicht omdat de ingreep het metabolisme verandert, waardoor de hond minder energie verbruikt, en tegelijkertijd hebben gecastreerde dieren vaak de neiging om meer te eten. Sommige rassen, bijvoorbeeld de Beagle of Labrador Retriever, zijn gevoeliger voor overgewicht en ook oudere honden hebben minder calorieën nodig omdat ze minder actief zijn. Het energieverbruik (en dus de behoefte) van je hond hangt ook af van zijn levensstijl (buiten versus binnen, werk- versus gezelschapshond).
De risico’s van overgewicht
Overgewicht wordt meestal veroorzaakt door verkeerde of overmatige voeding, al dan niet in combinatie met onvoldoende lichaamsbeweging. Is je hond te dik, dan zal de kans op bepaalde ziekten toenemen. Overgewichtsdiabetes en hart- en vaatproblemen komen het vaakst voor. Ook honden in de groei en honden die gevoelig zijn voor artrose, dysplasie en andere gewrichtsproblemen zullen vaker en meer pijn hebben wanneer ze te zwaar zijn. Net zoals mensen, hebben dieren met overgewicht een kortere levensverwachting dan dieren met een normaal gewicht.
De juiste (hoeveelheid) voeding
Is je hond te dik, dan zal je in de eerste plaats zijn voeding moeten aanpassen. Je dierenarts kan je een geschikte voeding aanraden die is aangepast aan de behoeften van jouw hond. Er zijn bijvoorbeeld speciale dieetvoeders op de markt die minder calorieën bevatten en toch een verzadigd gevoel geven. Welke voeding je ook geeft, het is belangrijk dat je je houdt aan de dagelijkse richtlijn die je op de verpakking terugvindt. Weeg daarom goed af hoeveel je hond per maaltijd mag krijgen. Als je hond al
overgewicht heeft, is het belangrijk om hem te voeden op basis van zijn ideale gewicht en niet op basis van zijn huidige gewicht. Bij de meeste dierenartsen en dierenwinkels vind je maatbekers die je kunnen helpen om de juiste porties te bepalen.
Als eigenaar weet je maar al te goed dat de liefde van je hond niet (alleen) door zijn maag gaat. Doe gerust dus eens een spelletje in plaats van hem een koekje te geven als hij om aandacht vraagt. Wil je je hond toch een snoepje of koekje geven, geef dan niet het hele snoepje maar breek het in stukjes en geef telkens maar een stukje. Zo kan je nog steeds het favoriete snoepje van jouw hond gebruiken als beloning, en je hond zal zelfs niet merken dat hij minder krijgt. Er bestaan ook dieetsnoepjes met minder calorieën, of je kunt ook brokken gebruiken.
Je kan je hond ook laten werken voor zijn eten, bijvoorbeeld door zijn brokken in een voederbal te doen. De hond moet de bal doen bewegen om de brokjes uit de daarvoor voorziene gaten te doen vallen. Zonder het te beseffen zal hij zelf dus ook achter de bal aan lopen. Een bijkomend voordeel is dat je hond ondertussen ook mentaal gestimuleerd wordt, waardoor hij minder snel probleemgedrag door verveling zal vertonen.
Het belang van voldoende beweging
Lichaamsbeweging verhoogt de stofwisseling en vermindert de eetlust. Een dagelijkse (stevige) wandeling is niet alleen goed voor de conditie, het is ook een goede mentale stimulans voor jouw hond. Hij ontdekt nieuwe geuren en geluiden en kan ondertussen zijn sociale vaardigheden verbeteren dankzij de andere honden en mensen die je onderweg tegenkomt. Honden die regelmatig wandelen in verschillende omgevingen zijn daarom vaak rustiger in huis. Kan je hond loslopen, dan zal hij een nog grotere afstand afleggen doordat hij alles afzoekt. Is je hond niet gewoon om te wandelen, bouw de duur en afstand dan langzaam op!
Ook zwemmen is een goede manier om je hond te laten bewegen. Het is een misverstand dat honden van nature kunnen zwemmen, de meeste honden moet het ze worden aangeleerd. Zet daarom nooit een hond zomaar in het water, zeker niet als hij bang is. Wees voorzichtig met vervuild water of eventuele obstakels onder water. Zorg er ook voor dat de hond makkelijk via de oever de vijver in en vooral uit kan zonder zich te bezeren. Een hondenzwembad kan daarom een goede oplossing zijn. Die zijn speciaal gebouwd voor honden, het water is verwarmd en jouw hond wordt er begeleid zodat hij optimaal leert bewegen. Doordat zwemmen veel intensiever is dan wandelen, zal de conditie van jouw hond op korte tijd enorm verbeteren. Vooral voor jonge, opgroeiende honden en honden met gewrichtsproblemen is zwemmen een goede optie. Het water draagt het gewicht van de hond waardoor de gewrichten niet belast worden. Tegelijkertijd worden de spieren intensiever getraind, waardoor die op lange termijn de zwakkere gewrichten beter kunnen ondersteunen.
Teamwerk met je hond
Er zijn nog een heleboel andere sporten en activiteiten die je met je hond kan doen, zoals hardlopen, fietsen, frisbee, agility, enz. Je vindt vast een sport die jij én je hond leuk vinden! Het grootste voordeel is dat het jullie band alleen maar zal versterken. Voor welke sport je ook kiest, let er altijd op dat je hond zich niet forceert. Net zoals bij mensen, hebben ook vermoeide honden sneller last van blessures. Oververmoeidheid kan je meestal herkennen doordat je hond (een van) de volgende signalen laat zien: langzamere en minder gecontroleerde bewegingen, rode ogen en wallen, hijgen, de hond kan zich niet meer concentreren, hij gaat liggen, hij wordt net heel druk, enz. Jij kent je hond het best, dus je zal de signalen van jouw hond snel leren herkennen. Wordt één van jullie moe, las dan een rustpauze in en zorg voor een frisse slok water.
Ten slotte geldt ook voor overwicht dat voorkomen beter is dan genezen. Zorg er daarom voor dat je het gewicht van je hond onder controle houdt. Merk je dat je hond dikker wordt, grijp dan op tijd in zodat hij later geen streng dieet moet volgen.
