Jaarlijks worden er duizenden honden geplaatst in Belgische asielen, en sinds enkele jaren zijn er ook organisaties die buitenlandse honden die ook een familie zoeken naar hier halen, voornamelijk uit Spanje en Roemenië. Let wel op, want er zijn veel organisaties die buitenlandse honden naar hier halen, en die hebben niet allemaal dezelfde criteria voor repatriëring en opvang. Daarom is het belangrijk dat je je informeert over de verschillende organisaties die bestaan en over de opvolging van de gezondheid van de hond. Zorg er ook voor dat je een hond kiest wiens karakter bij jou past. Sommige honden vragen namelijk meer geduld dan andere na een moeilijk leven op straat. Zo vermijd je dat de hond terug naar het asiel moet en nog meer stress krijgt.
De werkgroep “Galgos”, waarvan de naam verwijst naar de vele windhonden die geadopteerd worden uit Spanje, heeft een aantal richtlijnen opgesteld die in 2010 goedgekeurd werden door de Raad voor Dierenwelzijn. Zo moeten de honden minstens zes maanden oud zijn en vanaf hun geboorte in gevangenschap leven, moeten ze gevaccineerd en gesteriliseerd of gecastreerd worden en moeten ze drie maanden in quarantaine geplaatst worden voor de adoptie plaats kan vinden. Dat sluit dus zwerfhonden uit, maar het zorgt er ook voor dat de honden geen onbekende ziektes kunnen hebben. Daarnaast moet de hond in kwestie duidelijk een gezelschapsdier zijn, moet de adoptant vooraf gekend zijn en wordt er enkel met erkende instellingen gewerkt. Zo wordt de kans verkleind dat de hond na aankomst in België weer voor adoptie wordt opgegeven.
Voor je besluit om een hond uit een buitenlands asiel te adopteren, moet je je erop voorbereiden dat de hond misschien helse situaties heeft meegemaakt op straat, in kooien en op boerderijen (zoals windhonden die moesten deelnemen aan renwedstrijden). Ook al zal hij je overladen met liefde eens er een vertrouwensband is gecreëerd, meer zelfs dan eender welke hond, je hebt soms een lange weg te gaan. Het is aangeraden onderzoek te doen naar de verschillende instanties die er zijn. Zo kun je ervoor kiezen om een hond uit een specifiek land te adopteren omwille van een bepaalde problematiek, zoals een hond adopteren uit Spanje omdat ze daar als jachthond of als wedstrijdhond gebruikt worden, of om te zoeken naar een hond met een bepaald profiel, met een pakkend verleden, die je na aan het hart ligt. Doe daarom research en ga op zoek naar ervaringen van andere adoptanten om zeker te weten dat een organisatie doet wat ze belooft, zodat je niet voor onaangename verrassingen komt te staan. Let er ook zeker op dat een organisatie aan nazorg doet, want een geslaagd adoptieproces eindigt niet op het moment dat je de hond in ontvangst neemt. Bij een betrouwbare instantie kun je ook na de adoptie contact opnemen voor extra begeleiding.
Daarnaast is het ook belangrijk om niet op het uiterlijk van een hond af te gaan, want enkel een match die gebaseerd is op persoonlijkheid zal een geslaagde adoptie opleveren. Aangezien veel buitenlandse asielhonden een mix van verschillende rassen zijn, kun je niet afgaan op het uiterlijk van de hond om bepaalde raseigen karaktertrekken vast te stellen. Zorg ervoor dat je van het adoptiebureau een uitgebreide beschrijving van de persoonlijkheid van de hond krijgt, ook als er nog wat werkpunten zijn aan het gedrag van de hond. Alhoewel je kunt werken aan negatieve karaktereigenschappen of gedragspatronen is het belangrijk om erbij stil te staan dat een volwassen hond niet altijd volledig maakbaar is. Weeg dus af of je met de minder aangename eigenschappen van de hond zou kunnen leven.
Wanneer je een hond hebt gekozen, gaat het adoptiecentrum nagaan of jij wel een geschikt baasje bent voor deze hond. Zo moet er niet enkel een match zijn tussen jouw persoonlijkheid en die van de hond, maar moet ook jouw levensstijl passen bij de hond die je wilt adopteren. Daarvoor wordt er meestal een huisbezoek uitgevoerd om jouw woon- en werksituatie te bekijken om te vermijden dat de hond later terug wordt achtergelaten en om de hond een zo goed mogelijk leven te bieden. Een hond die niet tegen lawaai kan, wordt beter niet bij kinderen geplaatst, en een hond die verlatingsangst heeft, mag niet te veel alleen gelaten worden. Het is belangrijk om je goed voor te bereiden en om jezelf te verdiepen in hondengedrag en -training.
Veel mensen zijn niet op de hoogte van het feit dat een buitenlandse asielhond een echte cultuurschok kan ervaren. Zo kan de hond het niet gewend zijn aangelijnd te worden of is de hond misschien doodsbang voor sneeuw. Meestal werken de organisaties hier al aan, maar toch is het vaak belangrijk om je nieuwe huisdier dit stapsgewijs aan te leren. Wees erop voorbereid dat de hond mogelijk een gebrekkige socialisatie heeft gekend en sta erbij stil dat daar misschien jarenlang intensief aan gewerkt zal moeten worden.
Een buitenlandse asielhond een tweede kans geven is een nobele zaak, maar kan soms moeilijker zijn dan het adopteren van een Belgische asielhond. Kortom, een buitenlandse asielhond help je niet door hem uit medelijden te adopteren, maar wel door ervoor te zorgen dat jij de beste match voor hem bent en door de hond tijd en ruimte te geven om open te bloeien.