De Berner Sennenhond komt oorspronkelijk uit Zwitserland. Zijn oorspronkelijke naam is Berner Sennenhund en zijn andere namen zijn Berner Senner en Bernese Mountain Dog.
Berner verwijst daarbij naar het plaatsje 'Bern' waar de hond voor het eerst werd gefokt. Senne betekent 'weide in de Alpen'.
Classificatie volgens de Fédération Cynologique Internationale (FCI)
De Berner Sennenhond behoort tot rasgroep 2: Pinschers en Schnauzers, Molossers en Zwitserse Sennenhonden. Deze groep omvat de waak- en verdedigingshonden. Ze zijn gespierd en stevig gebouwd, zien er afschrikwekkend uit en hebben een sterk temperament.
Historiek
De geboortewieg van dit ras bevindt zich in de buurt van Bern, Dürrbach en Burgdorf. Berner Sennenhonden stammen af van een oud Zwitsers ras dat door door Romeinse legioenen werd gebruikt in de strijd en vervolgens in de verzorging van de kuddes.
Vanaf 1902 werden Bernese Mountain Dogs op tentoonstellingen gepresenteerd. In 1907 werd de standaard voor dit ras bepaald.
In 1949 ontstond er een lichte bijdrage van Newfoundland in dit ras.
De Berner Sennenhond is in de loop van de tijd de bekendste geworden van de Zwitserse berghonden.
In 1990, na een kruising met de Labrador Retriever, werd een nieuw ras gecreëerd, namelijk de Boulab.
Fysieke kenmerken
De Berner Sennenhonden zijn grote honden waarbij de reuen een schouderhoogte hebben tussen 64 cm en 70 cm. Bij teven varieert die tussen 58 cm en 66 cm. Hun gewicht varieert tussen 40 kg en 50 kg.
Dit ras heeft doorgaans een harmonieuze, krachtige bouw en heeft een mooi geproportioneerd lijf.
Zijn lichaam is gedrongen met een brede borst die diep naar beneden reikt. Zijn rug is stevig en recht, zijn achterdeel een beetje afgerond en zijn buik niet verhoogd. De poten van deze hond zijn sterk en vormen een krachtig rame. Zijn voeten zijn kort en afgerond, met strakke vingers. Zijn staart is borstelig en laag in rust.
De Berner Senner heeft een robuuste schedel die niet erg uitpuilt. Zijn snuit is uitgesproken en recht. Hij heeft donkerbruine amandelogen en een zachtaardige bliken snoet. Zijn oren zijn hoog, driehoekig en hangend in rust.
De vacht is halflang en glad tot lichtgolvend. Deze honden hebben ook een dichte ondervacht. De kleur is steeds overwegend zwart met roestbruine en witte aftekeningen. Dat driekleurige vachtpatroon is dan ook de enige toegelaten binnen het klassement. Het ras heeft witte voeten, net als de punt van hun staart.
Gevoeligheden welzijn
De belangrijkste zorgen bij de Berner Sennenhond zijn: dysplasie van de heup en elleboog, histiocytose, osteochondritis.
De kleine zorgen zijn: progressieve retinale atrofie, fragmentatie van het coronoidproces en gastrische torsie. Verder komt ook hypomyelinisatie voor.
Dit robuuste ras heeft wel vaker last van degeneratieve myelopathie en heupdysplasie. Het is dus uitermate belangrijk om jonge honden niet te snel trappen te laten doen of bruuske bewegingen te laten maken tijdens wandelingen en spelletjes.
Berner Sennerhonden zijn ook gevoelig aan maagtorsie. Vermijd dus wildere activiteiten en rennen na de maaltijd.
Deze honden kunnen ook te leiden hebben aan genetische ziektes die verband houden met bloedverwantschap en die de kwaliteit van het nageslacht verstoren. Daaronder vallen bijvoorbeeld hartafwijkingen en daarmee gepaard gaande gezondheidsproblemen. Het is dus essentieel om te kiezen voor een fokker die niet enkel test op mogelijke afwijkingen (elleboog, heup en ogen aanbevolen), maar die daarnaast enkel strikt fokt met honden die voorheen gezonde pups hebben voortgebracht.
Wat de vachtverzorging betreft moeten zowel de wollige ondervacht als de stokharige dekvacht regelmatig worden verzorgd. Waar de halflange vacht makkelijk samenklit (broek, kraag, oksels, achter de oren) wordt de hond best wekelijks geborsteld en gekamd. Mocht het nodig zijn, kan het teveel aan haar tussen de voetzolen worden weggeknipt of bijgetrimd.
Ook als de hond geen gezondheidsproblemen vertoont, blijft het uiteraard belangrijk om minstens jaarlijks met uw dier op controle te gaan bij een dierenarts.
Advies over de opvoeding
De Berner Sennenhond heeft een waaks, maar beheerst karakter. Het is een sterk, evenwichtig en vreedzaam hondenras. Deze aardige reuzen zijn trouw, volgzaam, vriendelijk, sociaal en erg aanhankelijk. Zowel naar mensen als soortgenoten en andere dieren toe. Hij maakt echt deel uit van de familie en zal ook altijd paraat staan voor hen.
Hoewel deze honden niet vaak blaffen, kan hij wel goed worden ingezet als waakhond naar buitenstaanders toe.
De Berner Senners worden best op een evenwichtige, liefdevolle maar consequente manier opgevoed. Het zijn erg slimme en leergierige honden, die snel leren en erg gevoelig zijn voor intonatie van de stem.
Zoals alle honden is een goede socialisatie enorm belangrijk. Maar vooral bij dit hondenras wordt best al vanaf jonge leeftijd geoefend om de wereld op een aangename en rustige manier te verkennen en leren kennen, omdat Berner Senners nogal achterdochtig en ietwat onzeker van aard kunnen zijn.
Aangezien dit een groot ras betreft, kan hun puberteit vrij lang duren en vinden deze honden pas rust en volwassenheid rond de leeftijd van 18 maanden of zelfs 2 jaar.
Dit ras heeft nood aan veel beweging, dus als eigenaar trek je er best vaak op uit. Zorg wel voor voldoende rustmomenten, zeker bij heel jonge en oude honden. Let tijdens het opgroeien van deze honden vooral goed op met trappen en bruuske bewegingen tijdens gooi- en trekspelletjes. De honden mogen op jonge leeftijd niet te zwaar worden belast, omdat hun lichaam de nodige tijd vraagt om goede, sterke botten, pezen en gewrichten op te bouwen.
Aangezien ze graag in beweging en buiten zijn, is dit zeker geen ras om in een kennel, hok, buitenren te houden. Ook langere periodes alleen blijven, past niet bij deze gevoelige sportieve hond.
Dit ras behoort misschien niet strikt tot de jachthonden, maar stamt er wel van af. De typische instincten blijven dus aanwezig en ook deze honden gaan graag speuren en wandelen.
Bij afwijkend gedrag of problemen is het uiteraard raadzaam om advies in te winnen van een ervaren en gediplomeerde deskundige in hondengedrag.