De Border Terriër behoort tot de derde groep van dit klassement en meer bepaald tot de subcategorie: “Grote en middelgrote terriërs”. In de derde groep zitten geen jachthonden die gebruikt werden om op wild te jagen. De rassen zijn in vier groepen geklasseerd volgens morfologische criteria. De honden die tot deze groep behoren, hebben krachtige kaken in combinatie met een sterke, krachtige fysiek, vastberadenheid en het vermogen om te doden. Wat het ras ook is, het zijn dus honden met een (strijdlustig) karakter.

De Border Terriër is afkomstig uit Groot-Brittannië en is ontstaan uit diverse kruisingen met Britse terriërs. Zijn naam werd ontleend aan de Borderstreek, de historische grens tussen Schotland en Engeland. Hij werd voornamelijk gebruikt voor de jacht op vossen en om de meute van lopende honden te vergezellen. Het ras werd definitief erkend door het FCI op 26 juni 1963.

De Border Terriër heeft een hoog, smal en lang lichaam. De ribben zijn goed naar de achterzijde van de thorax gebogen, zonder gewelfd te zijn. De schofthoogte is tussen 37 en 40 cm voor de reutjes en tussen 33 en 36 cm voor de teefjes. Het gewicht van de reutjes varieert van 6 tot 7 kg en dat van de teefjes van 5 tot 7 kg. Zijn hoofd is eerder groot en lijkt op dat van een otter. De schedel is matig breed met een korte, stevige snuit die uitgaat in een bij voorkeur zwarte neus. De ogen zijn donker met een levendige uitdrukking. De oren zijn klein en V-vormig en hangen naar voren tegen de wangen. Zijn ledematen zijn mooi recht. De staart is hoog aangezet en eerder kort. Deze wordt vrolijk gedragen. De staart is vrij dik aan de basis en versmalt naar de staartpunt. De vacht bestaat uit ruwe, dichte haren met een dichte ondervacht. De kleur van de vacht varieert: rood, bleek rood-oranje, grauw en tan of blauw en tan.

De Border Terriër is een robuuste hond met een ijzersterke gezondheid en een levensverwachting tussen 12 en 15 jaar. Zijn vacht is redelijk makkelijk te onderhouden en een wekelijkse kambeurt volstaat. De Border Terriër ruit bijna niet en verliest dus zeer weinig haar. Zijn “dode” haren moeten daarom meermaals per jaar verwijderd worden door een professionele trimmer. Zoals bij alle honden, moeten zijn oren regelmatig worden nagekeken en, indien nodig, schoongemaakt.

De Border Terriër is een werkhond die de instructies die zijn baasje hem oplegt, snel aanneemt. Hij is zeer toegewijd ten opzicht van zijn baasje. Hij heeft een redelijk sterk karakter, daarom moet men hem van klein af aan grenzen opleggen. De Border Terriër is niet erg sociaal met andere honden van hetzelfde geslacht. Het is een hond die graag speelt en die gek is op kinderen. Hij kan echter onvoorspelbaar uit de hoek komen als er bepaalde contactgrenzen worden overschreden. Daarom wordt er afgeraden om hem te houden in het bijzijn van zeer jonge kinderen, die onbedoeld bruusk kunnen zijn. De Border Terriër is joviaal, hij houdt van spelen en denkspelletjes. Hij zal laten merken wanneer hij zich verveelt (blaffen, ...). In tegenstelling tot verschillende andere jachthonden, houdt de Border Terriër er niet van om alleen te blijven. Zijn jachtinstinct is zeer goed ontwikkeld en hij zal vooral aangetrokken worden door kleine knaagdieren en kleine huisdieren. Zij kunnen daarom moeilijk samenleven. Hij heeft een geweldig uithoudingsvermogen en kan een paard gedurende kilometers volgen. Het leven op een appartement is niet ideaal voor de Border Terriër, die eerder houdt van het platteland waar hij zich kan uitleven. Het is een ideale hond voor een sportief baasje dat hem regelmatig meeneemt voor sportieve activiteiten.