De Catalaanse Herder behoort tot de eerste groep van dit klassement: herdershonden en veedrijvers (uitgezonderd Zwitserse Sennenhonden). Hij is onderverdeeld in de sectie “Herdershonden”. In het verleden werden de herdershonden gekozen door kwekers en herders voor het leiden van de kuddes schapen en geiten. Vandaag de dag zijn het nutshonden bij uitstek voor het leger, de politie en voor privébescherming dankzij hun intelligentie, hun werkvermogen en hun gevoel voor bescherming. Ze worden ook gebruikt als familiehond en sporthond.

Deze herdershond is afkomstig uit de Catalaanse Pyreneeën en hij heeft zich verspreid in alle andere pastorale gebieden van Catalonië. Men veronderstelt dat hij een afstammeling is van de Cão da Serra de Aires en een langharige herdershond uit de Pyreneeën.

Het is een middellijnige, middelgrote hond met een lichaam dat lichtjes langer is dan dat het hoog is. Op die manier straalt hij kracht en lenigheid uit. De schofthoogte van de reutjes is tussen 47 en 55 cm en van de teefjes tussen 45 en 53 cm. Het gewicht van de reutjes ligt tussen 17 en 18 kg en van de teefjes tussen 15 en 16 kg. Hij heeft een krachtig, licht gewelfd hoofd dat breed is aan de basis. Zijn oren vallen naar beneden en hangen tegen het hoofd. Ze zijn bedekt met lange haren die uitgaan in franjes. Ze zijn hoog aangezet, driehoekig en fijn en gaan uit in een punt. Hij heeft een kegelvormige snuit met een korte en rechte, zwarte neus. Hij heeft wijde ogen die erg expressief zijn. Ze zijn rond en donker amberkleurig met zwarte oogranden. De staart van de Catalaanse Herder is eerder laag aangezet en kan lang of kort zijn, met een gebogen uiteinde. De staart is bedekt met weelderige, licht golvende haren. Hij heeft lange, platte haren (of heel licht gegolfd). Zijn hoofd is bedekt met een baard, snor, een toupetje en wimpers die het zicht van de hond niet belemmeren. Van ver lijkt het alsof hij eenkleurig is maar de vacht bestaat uit verschillende kleuren: fawn, bruin-roodachtig, grijs, wit en zwart.

De levensverwachting van de Catalaanse Herder ligt tussen 12 en 14 jaar. Deze hond geniet een stevige gezondheid en wordt zelden ziek. Hij is rustiek en resistent. Hij kan goed tegen zware weersomstandigheden. Bovendien heeft dit ras geen last van erfelijke aandoeningen. Zoals dat bij alle middelgrote honden het geval is, is het belangrijk om tijdens de groei, voor de leeftijd van een jaar, te letten op het kraakbeen van de hond door hem niet te laten deelnemen aan activiteiten die fysiek erg belastend zijn en door hem gezonde voeding te geven. De jonge honden van minder dan 2 jaar, moeten zeer regelmatig geborsteld worden. Op latere leeftijd volstaat een maandelijkse kambeurt. Met zijn weelderige lange haren heeft hij een wilde look. De ruiftijd is twee keer per jaar: eerst de bovenvacht en later de ondervacht. Omdat zijn oren tegen zijn hoofd naar beneden vallen, is het aangeraden om de oren regelmatig te controleren zodat hij geen infecties krijgt.

Hij is intelligent, rustig en doordacht. De Catalaanse Herder is een zeer gehoorzame hond die onafhankelijk kan handelen. Daarom is zijn opleiding eerder gemakkelijk. Hij begrijpt heel snel wat zijn baasje van hem verwacht. Het is een gevoelige hond die tactisch en zacht behandeld moet worden. Een natuurlijke opvoeding is het meest voor hem geschikt. Er wordt aangeraden hem van jong af aan te laten socialiseren om wantrouwen ten opzichte van onbekenden te voorkomen. Omdat dit een volhardende en dappere hond is, kan men op hem rekenen om personen en zaken te bewaken. Het is een rustige hond die graag speelt en geduldig is met kinderen. Hij wordt niet graag aan de leiband gehouden.