De Deense Dog behoort tot de tweede groep in het FCI-klassement: rassen van het Pinscher-, Schnauzer-, Mollosser Dogtype en Zwitserse Sennenhonden. De honden in deze groep zijn erg defensief en behoren tot de groep van waakhonden. Ze zijn gespierd, fysiek erg sterk en wekken doorgaans schrik op. Hondenrassen die tot deze categorie behoren hebben een sterk karakter en pittige persoonlijkheid. De Duitse Dog is daarbij nauw verwant aan de Molosser.

De Duitse Dog zou afstammen van de Molossus van Tibet, die voor het eerst in Europa werd geïntroduceerd door de Feniciërs en vervolgens door een Perzisch nomadisch volk de naam Alaunt kreeg. Het was een berghond die ook voor de jacht werd ingezet. Tijdens de Middeleeuwen werden onder de Molossers 3 varianten onderscheiden op basis van hun uiterlijke kenmerken en functie: de Alaunt Gentil (‘vriendelijke Alaunt’), de Alaunt Veantre en de Alaunt de Boucherie (‘slager’s Alaunt’). De Alaunt Gentil was slank en gestroomlijnd en werd vooral ingezet in de jacht, waar de Alaunt Butcher een zwaardere bouw had en werd gebruikt om het vee en kuddes te hoeden. Vanaf 1878 werden beide varianten onder de noemer ‘Duitse Dog’ of ‘Great Dane’ gebracht. De rasstandaard werd 4 jaar later in Duitsland vastgelegd. In 1923 werd in Frankrijk de Doggen Club opgericht.

De lichaamsbouw van de Duitse Dog is gespierd en elegant, krachtig en harmonieus. Dit hondenras met gepigmenteerde huid beweegt flexibel, hoewel als pup in volle groei ook wel een beetje stuntelig met zulke lange poten. Deze Dogsoort heeft een gespierde, dikke en lange nek met gebogen profiel. Ook zijn borstkas is uitgesproken en de ribben buigen mooi richting flanken. Met zijn adellijke rechtlijnige rug en brede lichtjes welvende achterhand komt dit ras erg statig en imposant over. Deze Doggen hebben lange, gespierde en sterke ledematen met grote, ronde poten die lijken op ‘kattenpoten’. De tenen zijn gebogen en met elkaar verbonden door een strak vlies. Hun slanke staart heeft een gemiddelde lengte en vrij hoge aanhef, en krult lichtjes op in zwaardvorm als de hond in actie is. Duitse Doggen hebben een erg expressief gelaat met sprekende, ontwikkelde wenkbrauwen en hangwangen, die hen een aandoenlijke blik geven. Ze dragen hun kop met rechthoekige snuit en hangoren in de hoogte en kennen variatie in de mate waarin hun wangen en kin hangen. Door de hangwangen speekselen de Doggen meer dan andere hondenrassen. De minimale schouderhoogte voor een reu bedraagt 80 cm, voor teven is dat 72 cm. Men ziet echter graag dat de minimumafmetingen volgens classificatievereisten van het ras worden overschreden. Daarbij wordt er geen maximumafmeting aangegeven. Doorgaans reikt het gewicht van dit Dogtype tot 50 kg of meer, afhankelijk van de grootte en het geslacht. De Duitse Dog heeft een korte, glad aanliggende vacht, die weinig tot geen extra verzorging nodig heeft. Er zijn drie kleurslagen: geel en geelgestroomd met zwart masker; zwart (eventueel met een weinig wit) en wit met zwarte vlekken (harlekijn – enige variant waarbij blauwe ogen zijn toegestaan – met (gedeeltelijk) vleeskleurige neus); en de blauwe kleurslag. Bij de Manteldog ligt het zwart als een mantel over de hond heen, waarbij zijn borst, hals, bles, buik, poten en staartpunt wit zijn. Bij de Platendog wordt de mantel onderbroken door wit. Deze laatste twee vachttypes worden echter niet in elk land erkend en dan gerekend tot de zwarte kleurslag. De kleurslagen worden overigs onderling niet door elkaar gefokt.

De Duitse Dog vereist veel aandacht vanuit het oogpunt van zijn gezondheid. Aangezien de Duitse Dog in razendsnel tempo groeit, moet hij nauwlettend worden grootgebracht. Een eerste vereiste is een zeer goede voeding (voldoende proteïnen). Een tweede vereiste is voldoende maar gedoseerde dagelijkse beweging. Tijdens de eerste drie levensjaren en zijn grote groeifasen, is het gehele lichaam van de Dog fragiel. Leg dus geen druk op de hond, forceer niets en vermijd vermoeidheid. Deze kunnen zich immers wreken op de ontwikkeling van hun botten, groeischijven, pezen en spieren. En dat geeft permanente schade en problemen voor de rest van zijn leven. Wegens hun gestalte en snelle groei hebben Duitse Doggen ook voldoende ruimte nodig om te liggen, zitten en staan. Ze horen niet thuis in een kennel, kleine hondenhokken, rennen of onaangepaste bench. Deze vriendelijke reuzen stellen comfort enorm op prijs, zowel fysiek als mentaal. Ze liggen bij voorkeur op zachte materialen, wat overigens hun vacht ook ten goede komt en ontsierende ligplekken vermijdt. Wat pathologie betreft, is voor dit ras heupdysplasie het meest voorkomende risico, zeker als de ouders hieraan lijden en de pup genetisch belast is. Het is daarom essentieel om een goede fokker te kiezen, waarbij de correcte tests worden uitgevoerd en de juiste fokhonden worden geselecteerd. Verder is dit Dogras vatbaar voor maagtorsie en oculaire problemen gerelateerd aan entropion en ectropion. De korte vacht van dit Dogtype heeft weinig verzorging nodig. Tijdens de ruiperiode kunnen dode en losse haren met een rubberen borstel worden verwijderd. De Duitse Dog heeft in vergelijking met andere rashonden een kortere levensverwachting en wordt gemiddeld zo’n 9 jaar. Ook als de hond geen gezondheidsproblemen vertoont, blijft het uiteraard belangrijk om minstens jaarlijks met uw dier op controle te gaan bij een dierenarts.

De Duitse Dog heeft een goede reputatie en zou de meest vreedzame van alle afstammelingen van de Molosser zijn. In tegenstelling tot wat zijn kolossale bouw doet vermoeden, zijn Duitse Dogs inderdaad eerder vriendelijk, rustig en zacht van aard, ook naar kinderen toe. Het zijn evenwichtige en kalme honden die weinig blaffen. Tekenen van agressie treden enkel op in bepaalde omstandigheden die verdediging zouden vereisen. Tegelijkertijd zijn deze Doggen erg waakzaam en willen ze vanuit hun wantrouwige aard vreemden en buitenstaanders van hun territorium weren. De Duitse Dog komt dus over als een krachtige en strenge waakhond. Dit ras kan zich heel goed aanpassen aan verschillende leefsituaties, mits hij dagelijks voldoende beweging en uitdaging krijgt. Deze Dogsoort is een sportieve hondensoort die graag profiteert van ruimte om zijn grote lichaam in actie te laten. Deze sterke en elegante honden hebben immers wel wat beweging nodig. Doggen die buitenshuis voldoende beweging krijgen, zijn in huis erg rustig en aangename metgezellen. De Duitse Dog is erg aanhankelijk, intelligent en gevoelig, wat hem meteen heel trouw maakt aan zijn eigenaar en gezinsgenoten. Over hen en zijn leefgebied zijn het dan ook uitstekende wakers. Hoewel ze doorgaans niet vaak blaffen, behouden reuen wel hun waakblaf. Net als de meeste andere Dogachtigen zijn Duitse Doggen niet kleinzerig en kunnen ze tegen een stootje. Wees dus oplettend naar hun gezondheid toe! Pijn, aandoeningen, ziekte, kwetsuren, gebreken… laten ze pas in een verder gevorderd stadium merken. Wees dus zelf ook ‘waak’zaam! Toch is de opvoeding van een Duitse Dog niet te onderschatten. Als pup en puberende hond kunnen ze aanvankelijk immers heel moeilijk hun rust vinden. Happen en opspringen zijn typisch voor die perioden. Ook trekken aan de riem en lijn vormt vaak een probleem, omdat ze snel groeien en meteen erg sterk worden. Omdat het zulke grote honden zijn, duren hun groeiproces, leercurve en ontwikkeling ook veel langer dan bij medium en kleine rassen, waardoor de rustige, vriendelijke en vreedzame volwassen Duitse Dog weleens 3 jaar op zich kan laten wachten. Net als bij heel wat andere hondenrassen zijn ook hier goede begeleiding, opvoeding en training belangrijke vereisten, en moeten grenzen consequent en duidelijk worden aangegeven. Dat wil niet zeggen dat een harde aanpak nodig is, integendeel. Hun zachte karakter past bij een zachte, begripvolle aanpak zonder fysieke straffen. Maar kordaat zijn en het leerproces blijvend opvolgen en consequent inoefenen, zijn noodzaak. Daarbij wordt best ook van jongs af gewerkt op gehoorzaamheid, rust, beheersing en zelfcontrole. Zeker hun uitbundige liefdevolle begroetingen kunnen weleens overweldigend zijn, maar dankzij hun leergierigheid en intelligentie leren ze al snel hoe het anders en beter kan. Dit hondenras is overigens erg gevoelig voor de intonatie van menselijke stemmen en vaak werkt een vriendelijk en rustig verzoek beter dan een commando of het verheffen van de stem. Doorgaans komen Doggen goed overeen met hun soortgenoten, andere huisdieren en kinderen. Zeker als ze vanaf pup goed worden gesocialiseerd. Toch blijven ze argwanend en waaks naar vreemden toe. Duitse Doggen hebben baat bij een geduldige eigenaar met kennis over en ervaring met honden. Ze groeien best op een in harmonieuze en stabiele omgeving. Dit ras stamt af van oeroude jachthonden, de typische instincten blijven dus aanwezig waardoor ook deze honden graag gaan speuren en wandelen. Bij afwijkend gedrag of problemen is het uiteraard raadzaam om advies in te winnen van een ervaren en gediplomeerde deskundige in hondengedrag.