De Engelse Setter behoort tot de zevende groep van dit klassement: de voorstaande honden, meer bepaald de sectie van Engelse voorstaande honden. De honden uit deze groep zijn honden die gespecialiseerd zijn in de jacht door middel van een specifieke werktechniek. Deze bestaat eruit te zoeken naar wild, de afstand tussen hem en de prooi zo klein mogelijk te maken en zijn baasje net voor de sprong en het vangen van de prooi te verwittigen zodat deze het klem gezette dier kan komen neerhalen. Het zijn dus honden die erg vertrouwen op hun reukzin. Maar deze reukzin kan hem ook parten spelen: ze hebben namelijk de neiging om hierdoor makkelijk verloren te lopen. Het zijn ook honden die de juiste stem hebben om hun baasje te verwittigen wanneer ze oog in oog staan met hun prooi.

Er gaan verschillende veronderstellingen de ronde wat betreft de geschiedenis van de Engelse Setter, wij houden het hier bij de versie van de liefhebbers: de huidige Engelse Setter stamt af van de oude Spaanse wachtelhond, met lange, verzorgde haren, een prachtige flair en vooral met een passie voor de jacht. Laat het ons eerst hebben over de oorsprong van de voorstaande honden; indertijd gebruikten de jagers de netten die ze uitspreidden boven de vogelnestjes. De hond gaf de aanwezigheid van het wild aan door het te benaderen en het te grijpen, opdat degenen die de netten moesten hangen, hun werk konden doen. Aan het begin van de 15e eeuw, vindt met in de geschriften van Gaston Phoebus de beroemde “chien d’oysel” terug, de jachthond die werkt met netten en heel erg lijkt op de Setter. De huidige Engelse Setter werd later geboren; tussen 1798 en 1877, ten tijde van Sir Edward Laverack, die hem ook de naam Laverack Setter gaf. Deze man was een buitengewone hondenliefhebber wiens hele leven was toegewijd aan het kweken en de jacht. Hijzelf wordt niet aanschouwd als ontwerper van het ras maar eerder als een liefhebber die het ras geperfectioneerd heeft. De eerste honden Ponto (reutje) en Old Moll (teefje) kwamen van dominee Harrison. Enkele jaren voor zijn dood, schreef hij het bekende boek dat vandaag nog als referentie gebruikt wordt: de Setter. Jammer genoeg leverde het kweekprogramma van Sir Laverack hem enkele zorgen op wat betreft bloedverwantschap. Zijn vriend Llewellin werd erfgenaam van zijn kweekhonden en hij slaagde erin, dankzij nieuw bloed toe te voegen, gericht op “voorstellingen”, het ras te verbeteren en voor een mooie expansie te zorgen binnen Duitsland. Toen William Humphrey het werk van Llewellin overnam, bleef hij het ras verder verbeteren door, in tegenstelling tot Llewellin, perfecte werkhonden te selecteren. In 1879 kwamen de eerste Engelse Setters tevoorschijn in Frankrijk dankzij Ernest Bellecroix, en de eerste werd ingeschreven bij het LOF in 1882, zijnde Belle de M. Chize de Brou. Eure en Loir. Vanaf dat jaar, deden de eerste Engelse Setters mee aan Franse voorstellingen en fields-trials. In 1891 ontstond de Franse Setterclub. Bron: http://www.bluebelton.com/setter-histoire.html

De Engelse Setter behoort tot de middelgrote tot grote rassen; de mannetjes zijn gemiddeld 65 tot 68 cm groot en de vrouwtjes 61 tot 65 cm. Hij heeft pure lijnen en een elegant opzicht en uiterlijk. Zijn hoofd staat hoog, hij heeft krachtige kaken, een lange, gespierde hals en schouders, gespierde en sterke ledematen en hij straalt harmonie, snelheid en volharding uit. De vacht is lichtjes golvend, lang en zacht. Hij bestaat in verschillende kleuren: zwart en wit (bluebelton), oranje en wit (orangebelton), citroengeel en wit (lemon belton), bruin en wit (liver belton) of driekleurig, namelijk zwart, wit en vuurrood of bruin, wit en vuurrood.

De Engelse Setter is niet echt een kwetsbare hond en omwille van zijn oorsprong kan hij heel goed tegen weer en wind. Hij heeft echter wel wat onderhoud nodig voor zijn gegolfde en lange haren. Er wordt aangeraden hem regelmatig te kammen, vooral in de ruitijd. Om gezondheidsproblemen te voorkomen, moet het hoorkanaal vrijgemaakt worden door de haren eromheen te knippen, alsook de haren rond de kussentjes. Wat genetische aandoeningen betreft, kan men er twee terugvinden, die men kan laten opsporen via een DNA-test bij de ouders. We raden u aan een certificaat bij de kweker op te vragen voor deze twee aandoeningen: progressieve retina atrofie (PRA) en beschadiging van het zenuwstelstel (NCL-D). Omdat het een grote hond is, loopt hij ook het risico op dysplasie. Dysplasie is voor 50% genetisch bepaald, vraag dus een test van de ouders op, of zij A/A zijn (geen last hebben van dysplasie). De andere 50% wordt veroorzaakt door de omgeving, we raden dus aan voorzichtig te zijn tijdens het eerste levensjaar van de hond en hem te sparen van lange en intensieve inspanningen en de regel van 5 minuten activiteit per dag, per maand oud, aan te houden. In elk geval raden wij u aan om uw hond een keer per jaar door uw dierenarts te laten controleren, zelfs wanneer hij geen gezondheidsproblemen vertoont.

De Engelse Setter is een jachthond met alle eigenschappen van dien. Het is een hond met een uitzonderlijk uithoudingsvermogen, een goede fysiek en een geweldige flair, die zeer gevoelig is voor zijn omgeving. Het kan een supergoede jager zijn maar ook een enorme familiehond als hij voldoende dagelijkse activiteit heeft. Hij is genetisch ontwikkeld om op de uitkijk te staan en om zich aan zijn omgeving aan te passen en houdt van spelen, ontspannen, snuffelen maar ook van sporten zoals agility, flyball, ... Hij is duidelijk niet gemaakt om de hele dag alleen te blijven en zeker niet om opgesloten te zitten in een hok. Hij houdt ervan om deel uit te maken van de familie, hij kan binnen heel kalm blijven als hij buiten voldoende activiteit krijgt. Hij is zeer vriendelijk voor kinderen, vreemden en soortgenoten. Men zegt dat hij een goed karakter heeft, hij houdt van contact, vooral als er een goed evenwicht is tussen vraag en bereidwilligheid. Omdat hij zo gevoelig is voor zijn omgeving, zal hij ook uw humeur aanvoelen en hij is gevoelig voor intonatie e.d. Wees gestructureerd, stel uw grenzen en houd u eraan, maar vooral, oefen geduld en zachtheid uit, het is een hond die u zal belonen met een meegaand en zacht karakter. Versterk uw band door hem niet alleen fysiek te stimuleren maar ook mentaal: laat hem voorwerpen zoeken enz. Wat opvoeding betreft, is een precieze rappel noodzakelijk want het is een hond die zich makkelijk laat meeslepen door zijn flair (lees weglopen uit nieuwsgierigheid). Werk aan zijn rappel vanaf zeer jonge leeftijd met beloningen, strelingen en complimentjes. Over het algemeen is dit dus een actieve, lieve en intelligente hond.