De Kleine Münsterländer behoort tot groep 7 van dit klassement, hij maakt deel uit van de voorstaande honden. Deze groep stemt overeen met de jachthonden waarvan hun functie is om het wild te zoeken door instinctief te stoppen van zodra ze het wild gevonden hebben en het vast te houden voor de jager. Ze wijzen dan met hun neus in de richting van het wild. De Kleine Münsterländer hoort meer bepaald tot sectie 1.2, de voorstaande, continentale honden van het type Spaniël.

De Kleine Münsterländer werd vooral gebruikt in Westfalen vanaf de 18e eeuw. Deze Spaniël is een polyvalente hond die geen uitdaging uit de weg gaat. Sedert het einde van de 18e eeuw wordt hij voor diverse taken gebruikt en vooral voor de jacht, want dat is zijn tweede natuur. Dit ras drijft eveneens de kuddes en bewaakt de huizen. In de 19e eeuw werd hij gekruist met de langhaar uit Münster. Deze kleine Spaniël staat echter los van de Grote Münsterländer, ondanks het feit dat ze van dezelfde geografische origine zijn en beiden gekruist zijn met de langhaar.

De Kleine Münsterländer is zoals zijn naam doet vermoeden, klein. Hij behoort echter niet tot de kleine honden maar hij is wel klein voor een Spaniël. Hij is middelgroot en zijn proporties zijn mooi in evenwicht, met een krachtig en harmonieus postuur dat een edele en elegante uitstraling heeft. Deze Spaniël is middelgroot. De reutjes meten tussen 50 en 56 cm en de teefjes tussen 48 en 54 cm. Hun gewicht varieert tussen 18 en 23 kg. Zijn lichaam is recht met een matig hellende ruglijn. Hij heeft een stevige, goed gespierde rug. Zijn croupe is lang, breed en gespierd. Zijn buik is droog, wat hem een elegant uiterlijk geeft. Zijn borstkas is redelijk hoog en lang en zijn ribben zijn goed gewelfd. Zijn staart is middellang en voorzien van lange bevedering en een witte punt. De staart wordt horizontaal gedragen wanneer hij actief is en hangt naar beneden in rust. De oren zijn voorzien van bevedering en zijn hoog aangezet. Ze zijn breed, afgerond aan de uiteinden en hangen naar beneden. Zijn vacht is zacht en mooi gestrekt, zonder plooien. Zijn ogen zijn middelgroot en bij voorkeur donkerbruin. Ze zijn noch prominent, noch diepliggend. Hij heeft glanzende, dichte en halflange haren die eerder glad zijn of licht golvend. Door de dikte van zijn vacht, kan hij goed tegen water en andere weersomstandigheden en het maakt hem ook minder kwetsbaar voor blessures. Zijn vacht is bruin en wit, met grote bruine vlekken over het lichaam. De ledematen zijn wit met bruine stippen. Ook donkerbruin-rode vlekken zijn toegestaan op de snuit en rond de ogen.

De Kleine Münsterländer is een robuuste hond. Wat zijn gezondheid betreft, zijn er geen specifieke problemen. Aangeboren problemen komen bij dit ras zelden voor. Dit ras is echter eerder gevoelig voor doofheid, heupdysplasie of huidproblemen. Om heupdysplasie te voorkomen, is het belangrijk om bijvoorbeeld frequent gebruik van trappen te beperken tijdens de groei. Men moet hem eveneens goed voeden met kwalitatieve voeding en hem veel laten bewegen om eventuele gezondheidsproblemen te voorkomen.

De Münsterländer is een jachthond, een terreinhond en absoluut een gezelschapshond. Jacht is eigenlijk zijn tweede natuur en hij gaat hierin onverschrokken te werk. Dankzij zijn gepassioneerd en onuitputtelijk jachtinstinct, is hij zeer reactief ten opzichte van wild. Hij is ook heel intelligent en leert snel, en als je hem standvastig opvoedt, zal hij je doen versteld staan. Het is een zeer evenwichtige hond met een stabiel karakter. Hij is aandachtig, speelt graag en is lief voor mensen, wat hem tot een uitstekende familiehond maakt. Het is een zacht ras dat makkelijk sociaal te maken is. De Kleine Münsterländer is van nature proper en heeft de neiging om zijn omgeving proper te houden vanaf jonge leeftijd. Het is een polyvalente hond die zich makkelijk aan verschillende klimaten en terreinen aanpast. Hij kan op een appartement wonen maar enkel op voorwaarde dat hij dagelijks kan gaan wandelen. Hij is per slot van rekening een jachthond dus hij moet zich goed kunnen uitleven. Hij heeft veel dagelijkse beweging nodig om getemd te worden, zelfs hoewel hij van nature erg gehoorzaam is. Met zijn opvoeding moet vroegtijdig begonnen worden en men moet hem met zachtheid behandelen voor een goede ontwikkeling. Hij komt goed overeen met andere honden en familieleden maar men moet opletten met andere dieren, die hij als prooi zou kunnen zien.